DOM
Een waterpistooltje waarmee je ketchup op je pizza kunt spuiten. Een hanglamp van prikkeldraad. Een koelplateau voor als je laptop gloeiendheet is geworden van het internetten. Een dinosaurusje dat met agressief snappende kaken op iedereen afrent die de ruimte betreedt.
Dit is een winkel vol met funartikelen. Een winkel die het functionele combineert met het absurde. Perfect als je op zoek bent naar een cadeautje voor een vriend die alles al heeft. Daarom ben ik er. En met mij een dozijn Italiaanse, Duitse en Amerikaanse toeristen.
Het lekkere swingmuziekje dat uit de als prullenbakken vermomde speakers klinkt stopt abrupt. Een van de verkopers achter de toonbank hanteert als geroutineerde DJ een microfoon in de vorm van een zwarte dildo en zegt ‘Jááá....zijn er ook Nederlandse klanten in de zaak?’.
De toeristen hebben het niet verstaan en gaan gewoon door met leuke dingetjes bekijken. Ik knik en steek voorzichtig een vinger op.
‘Ah meneer daar, wilt u even hier komen?’
Ik loop naar de toonbank.
‘Nou, vraag het die meneer dan maar’ zegt de jongen tegen een sprieterig meisje met twee kleuren haar dat naast hem staat.
Ze kijkt geschrokken, verzamelt moed en vraagt mij dan ‘Meneer, is het nou herinneren of herinderen? Ik zei net tegen Tommie hier dat ik me iets herinderde van vroeger. Maar dat is niet goed, zegt ie. En nou weet ik het niet meer’.
Ik bedenk opeens hoe deze winkel heet. De grote winkelruit is aan de straatkant beplakt met ronde zwarte stickers waarop in vrolijke kleuren het woord DOM staat. Zou dit onderdeel zijn van een uitgekiend winkelconcept? Je noemt je winkel DOM en laat het verkopend personeel regelmatig domme vragen stellen aan de klanten? Ik feliciteer in gedachten de superslimme en creatieve geest die dit concept heeft bedacht.
Wat het precies oplevert zie ik niet zo een twee drie, maar het is op z'n zachtst gezegd wel ánders.
‘Meneer?’ piept het meisje en haalt me zo uit mijn overpeinzingen. Haar mond hangt een beetje open, door het puntje van haar tong zit een kleine piercing.
‘Het is herinneren’ zeg ik ‘En er hoeft niet bij te worden gehinderd’
Ze staren me allebei niet-begrijpend aan.
‘Zie je nou?’ zegt de jongen dan met een superieur glimlachje tegen het meisje.
‘Als jij het dan zo goed wist, waarom moest ik het dan aan die meneer vragen?’ bitst zij plotseling onverwacht venijnig terug.
De jongen frutselt verlegen aan zijn goudlamé T-shirt.
‘Ik wist het ook niet helemaal zéker’ zegt hij zacht.
‘Zal ik het inpakken?’ vraagt het meisje als ik eindelijk iets heb gevonden wat mijn jarige vriend wel geinig zal vinden.
‘Ja, maar liever niet in zo’n DOM papiertje, graag’