Frida Kahlo. Bijzondere kunstenares en symbool van het feminisme
Haar vrijgevochten geest is een toonbeeld voor vrouwen wereldwijd. Ze weigerde onder andere om haar lichaams- en gezichtshaar te scheren, was lid van de Mexicaanse Communistische Partij en vocht een lange slepende relatie uit in haar leven. Dat sterke karakter had ze zeer waarschijnlijk te danken aan alle ellende en pijn die ze al sinds haar vroege jeugd had doorstaan.
Pijnlijk leven
In 1913 wordt Magdalena Carmen Frida Kahlo op zesjarige leeftijd getroffen door kinderverlamming aan haar rechterbeen. Haar been was hierdoor minder ontwikkeld dan het andere en ze heeft heel haar leven getracht deze handicap te verbergen door wijde rokken te dragen. Op school lukte dat niet helemaal waardoor ze veelvuldig werd uitgemaakt voor Frida Hinkebeen. Men denkt dat ze daarom graag een carrière in de medische wereld ambieerde. Ondertussen tekent en schildert ze tijdens haar studiejaren. Jaren later, als Frida inmiddels 18 jaar oud is, wordt de bus waarmee ze onderweg naar school is aangereden door een tram. Een stuk stalen leuning doorboort haar lichaam. Zwaargewond komt ze in het ziekenhuis terecht waar de artsen constateren dat haar ribben en heup zijn gebroken, haar slechte been op 11 plaatsen is gebroken, haar ruggengraat op diverse plaatsen is gebroken en haar voet is verbrijzeld. Vechtend tegen de pijn moet ze maandenlang in bed blijven. Dan besluit ze om voor de afleiding te gaan schilderen. Haar moeder laat diverse spiegels aan haar bed plaatsen zodat ze zelfportretten kan maken. Uiteindelijk duurt haar herstel bijna twee jaar. Heel haar leven zal ze worstelen met de pijn, draagt ze een korset en moet ze pijnstillers slikken om dit alles te kunnen verdragen. In 1950 moet ze wederom negen maanden aan een stuk in het ziekenhuis verblijven, uiteindelijk wordt haar onderbeen geamputeerd en krijgt ze ook nog longontsteking. In juli 1954 overlijdt Frida Kahlo. Men vermoedt dat ze zelfmoord heeft gepleegd.
Huwelijk met Diego Rivera
Op de Nationale Voorbereidende School komt ze Diego Rivera voor het eerst tegen omdat deze beroemde Mexicaanse kunstenaar daar een opdracht voor een muurschildering heeft aangenomen.
Een aantal jaar later, op haar 22e, trouwt Frida Kahlo met deze 21 jaar oudere kunstenaar. Ook hij is communist en hij inspireert haar met zijn politieke ideeën, maar stimuleert haar vooral ook om kunst te blijven maken. Het zou een slepend huwelijk worden, alleen al omdat ze samen een aantal miskramen krijgen vanwege fysieke problemen die ze aan haar ongeluk heeft overgehouden. Dit verdriet is ook terug te vinden in een aantal van haar schilderijen. Daarnaast hebben beiden veelvuldige buitenechtelijke affaires. Frida ontdekt haar biseksualiteit en heeft zowel mannen als vrouwen als minnaars. Uiteindelijk komt ze erachter dat Diego een verhouding heeft met haar introverte zus Christina waarna ze het huwelijk beëindigt. Na een heftige strijd van zes jaar hertrouwt het stel. Dat ze uitzonderlijk zijn voor hun tijd blijkt wel uit het feit dat ze het tweede huwelijkscontract op laten stellen waarin Frida vast heeft laat leggen dat ze geen seks meer met haar man hoeft te hebben.
Surrealisme en magisch realisme
Haar kunst karakteriseert zich door de vele vrolijke kleuren, die echter nogal in contrast staan tot de heftige gebeurtenissen die ze afbeeldt samen met de vervreemdende sfeer.
In 1938 krijgt ze haar eerste solotentoonstelling in New York in de galerie van Julien Levy. Op uitnodiging van André Breton, stichter van de surrealistische beweging in de kunst, exposeert ze een jaar later bij Galerie Renou in Parijs. Breton is het die haar werk classificeert als surrealisme en vraagt haar zich bij de beweging aan te sluiten. Eigengereid als Kahlo is, weigert ze dit omdat ze naar eigen zeggen geen dromen schildert, maar haar eigen realiteit. Wel wint ze door de tentoonstelling de lof van grootheden als Wassily Kandinsky en Pablo Picasso. Het Louvre kocht haar zelfportret ‘Autoretrato’. Pas in 1953 exposeert ze voor het eerst in Mexico. Kahlo’s schrijnende levensverhaal is altijd haar grootste inspiratiebron geweest voor de vele schilderijen die ze geproduceerd heeft. 55 stuks daarvan zijn zelfportretten. Het ‘blauwe huis’ in Coyoacan (tegenwoordig een wijk van Mexico-stad) waar Kahlo en Rivera van 1929 tot 1954 hebben gewoond heet tegenwoordig Museo Frida Kahlo. Sinds de jaren 80 wordt zij door velen beschouwd als de grootste kunstenaar van Latijns-Amerika. Voor Kahlo zelf was dit juist Diego Rivera.
Wie meer wil weten over het aangrijpende levensverhaal en de bezielde kunst van deze kunstenares mag de biografische film ‘Frida’ uit 2002 niet missen. Bekijk hier de trailer.