MAYO
Dit is het verhaal ‘Mayo’ uit het boek ‘Alles in Wonderland’, het debuut van Karin de Groot. Haar zelfspot en verfrissende blik op dagelijkse belevenissen, waarmee ze 'de Liefste' af en toe tot wanhoop brengt, afgewisseld met vertederende uitspraken van haar dementerende moeder, maken deze verhalen tot een humoristisch en soms ontroerend boek.
Vriendje had gevraagd of ik bij hem kwam eten.
Zo romantisch was dat niet, want hij woonde bij zijn opa en oma, maar dat weerhield mam er niet van, om overbezorgd te doen. Die zag alweer beren, bergen en ongewenste kleinkinderen.
‘Gedraag je je daar?!’
‘Nee mam, ik ruk m’n kleren uit, spring op het bed en laat me gelijk …’
‘Je gedráágt je, hoor!’
Dat was misschien leuk als je oud en burgerlijk was, maar ik was 16, dus dat ging ‘m voorlopig niet worden.
‘Ma-hamm, wat kan er nou gebeuren!’
En boven haar hoofd plopte een stripwolkje op, waarin stond: ‘Van Alles’.
Vriendje woonde chique. Dat wist ik niet, want we hadden elkaar alleen nog maar ontmoet in de kroeg aan de pooltafel.
En daar was het qua communicatie niet verder gekomen dan: ‘Ik maak je in’, ‘Biertje?’ en ‘Jouw beurt’.
Dus toen zijn oma opendeed, had ik onmiddellijk spijt van mijn spijkerbroek en witte t-shirtje, want zij was nog chiquer dan haar huis.
In de salon zat opa pijp-lurkend in een fauteuil.
Vriendje kwam in gestreken hemd en broek-met-vouw tevoorschijn.
Dit kon niet waar zijn… hij had zelfs een scheiding in zijn nat-gekamde haar.
Oma was wel lief. Opa was wat stug, maar bloeide op toen ik iets aardigs over het schilderij boven de eettafel zei.
Dat was al een kunst op zich.
Het gebraad werd op tafel gebracht en omdat er ‘jong bezoek’ was, had oma er een berg frietjes bij gedaan.
‘Heeft u ook mayonaise?’ vroeg ik.
Oma schrok even, spoedde zich naar de keuken en kwam terug met een grote, gloednieuwe tube mayo. ‘Ik zal het maar even in een schaaltje doen,’ zei ze. ‘dat staat wat netter.
‘Hoeft niet hoor’ zei ik en nam de tube behulpzaam van haar over. ‘Gaat zo ook wel.’
Maar het ging niet.
Ik kneep. Maar er kwam niets uit.
Opa vond het welletjes met mijn gepruts en boog zich naar me toe om het van me over te nemen.
Hij zei: ‘Het tuitje zit nog dicht, dat moet je eerst met de dop doorpr…’
Verder kwam ie niet.
Want ik vond het ook wel welletjes en in mijn ultieme poging om de mayo er uit te krijgen kneep ik met twee handen hard in de tube.
Wat er aan de voorkant niet uit komt, komt er aan de achterkant uit.
Met de kracht van een handgranaat explodeerde de mayo uit de tube.
Op mij, op opa, over opa… achter opa... overal zaten de klodders.
En achter opa, liep een van die klodders tergend langzaam over het schilderij, waarvan ik kort ervoor nog had gezegd dat het zo mooi en vast heel oud was, naar beneden.
Toen ik thuiskwam, zag mijn mam gelijk de gelige vlekken op mijn niet meer zo hagelwitte shirt.
‘Wat is er gebeurd... en wàt heb je bij die jongen gedaan…!’
Er plopten tientallen stripwolkjes op boven haar hoofd.
‘Nou, bij die jongen heb ik niks gedaan… ik heb zijn opa te grazen genomen...’
Mam hield haar adem in bij zo veel brutaliteit.
‘… en ik heb een schilderij onder geklodderd met mayonaise.’
Ze lachte opgelucht.
De stripwolkjes boven haar hoofd verdwenen.
Wat een onzin kwam er weer uit dat kind.
‘Dan moeten we de verzekering maar bellen, hè?’ grapte ze.
Hoe slim dat plan was, kon ze niet bevroeden.
Maar daar zou ze snel genoeg achter komen.