Muziek onder de dekens: de transistorradio
Lekker onder de dekens naar Radio Luxemburg, Radio Caroline of Radio Veronica luisteren als je eigenlijk allang moest slapen. Dat deed je met de transistorradio. Na de uitvinding van de transistor kwam in 1954 de eerste commerciële transistorradio van Regency op de markt. Het succes op de consumentenmarkt van de kleinere en goedkopere Sony TR-63, uitgebracht in 1957, leidde ertoe dat de transistorradio het meest populaire elektronische apparaat van de jaren zestig en zeventig werd. Naar schatting zijn er tussen de jaren vijftig en 2012 wereldwijd miljarden van verkocht.
Vacuümbuizen
Voordat de transistor werd uitgevonden, maakten de radio's gebruik van vacuümbuizen. Hoewel er draagbare vacuümbuisradio's werden geproduceerd, waren deze meestal groot en zwaar. De behoefte aan verschillende stroomsoorten in een en dezelfde radio zorgde ervoor dat deze radio’s alleen werkten met twee verschillende batterijen. Niet erg handig dus. Vacuümbuizen waren ook inefficiënt en kwetsbaar in vergelijking met transistors en hadden een beperkte levensduur.
Texas Instruments
Zoals zo vaak bij populair geworden uitvindingen, zijn er meerdere partijen die claimen dat zij de eerste waren die een praktische transistorradio produceerden. Er wordt vaak gedacht dat Sony (oorspronkelijk Tokyo Telecommunications Engineering Corporation) dat was. Maar Texas Instruments had al op 25 mei 1954 een all-transistor AM radio gedemonstreerd. Helaas lagen de prestaties van dit apparaat ver onder die van vacuümbuismodellen. Een all-transistorradio die wél goed werkte werd in augustus 1953 gedemonstreerd op de Düsseldorfse Radio Fair door de Duitse firma Intermetall. Deze radio werd gebouwd met vier van Intermetall's handgemaakte transistoren, gebaseerd op de uitvinding van de germanium punt-contact transistor in 1948 door Herbert Mataré en Heinrich Welker. Maar net als bij de eerste apparaten van Texas Instruments (en andere) werden er alleen prototypes gebouwd, ze werden nooit in commerciële productie genomen. RCA had al in 1952 een prototype van een transistorradio gedemonstreerd en het is waarschijnlijk dat zij en de andere radiomakers de produktie van transistorradio's planden, maar Texas Instruments en Regency Division waren de eersten die vanaf oktober 1954 een productiemodel aanboden.
Japanse transistorradio's
Tijdens een reis naar de Verenigde Staten in 1952 ontdekte Masaru Ibuka, oprichter van Tokyo Telecommunications Engineering Corporation (nu Sony), dat AT&T op het punt stond om licenties voor de transistor beschikbaar te stellen. Ibuka en zijn partner, natuurkundige Akio Morita, overtuigden het Japanse Ministerie van Internationale Handel en Industrie om de 25.000 dollar kostende licentiekosten te financieren (vandaag de dag gelijk aan 240.695 dollar). Gedurende enkele maanden reisde Ibuka rond in de Verenigde Staten om ideeën op te doen bij Amerikaanse transistorfabrikanten. Tokio Telecommunications Engineering Corporation verbeterde deze ideeën en maakte zijn eerste functionele transistorradio in 1954. Binnen vijf jaar groeide Tokio Telecommunications Engineering Corporation van zeven werknemers naar ongeveer vijfhonderd. Andere Japanse bedrijven volgden al snel hun stap naar de Amerikaanse markt en het totaal van de elektronische producten die in 1958 uit Japan werden uitgevoerd, steeg 2,5 keer in vergelijking met 1957.
In de populaire cultuur
Transistorradio's waren zeer succesvol door drie sociale ontwikkelingen: een groot aantal jongeren door de babyboom na de Tweede Wereldoorlog, een publiek met een hoger besteedbaar inkomen dankzij een periode van welvaart en de groeiende populariteit van rock 'n' roll muziek. De invloed van de transistorradio in deze periode blijkt ook uit zijn verschijning in populaire films, liedjes en boeken uit die tijd, zoals bijvoorbeeld de film Lolita. In de late jaren 1950 verschenen transistorradio’s in meer opvallende ontwerpen als gevolg van de verhitte concurrentie. De kleine onderdelen van transistorradio's die in de loop der tijd kleiner en kleiner werden, maakten het mogelijk om allerlei fantasiemodellen te maken zoals bijvoorbeeld de ‘Jimmy Carter Peanut’ en radio’s in de vorm van pistolen en ruimteschepen. Bedrijven gebruikten transistorradio's om reclame te maken voor hun bedrijf. Zo kon de ‘Charlie de Tuna’ radio voor een heel laag bedrag worden gekocht van StarKist, producent van ingeblikte tonijn. Dit soort radio's worden nu gekocht en verkocht als verzamelobjecten.
Einde van een tijdperk
Het zakformaat van de transistorradio's heeft een verandering teweeggebracht in de populaire muziekluistergewoonten, waardoor mensen plotseling overal naar muziek konden gaan luisteren. Begin 1980 werden goedkope AM-transistorradio's echter in eerste instantie vervangen door de grote ‘boomboxen’ en de Sony Walkman en later door digitale apparaten met een hogere geluidskwaliteit, zoals draagbare cd-spelers, MP3-spelers en uiteindelijk door smartphones, waarvan er vele FM-radio's bevatten. Aan het tijdperk van de transistorradio zoals we die in de jaren ’60 en ’70 kenden kwam een einde.