Muziekblaadjes. Welke had jij als tiener?
Vooral in de jaren ’60 en ’70 beleefden Nederlandse en Engelse muziekbladen hoogtijdagen. Zo’n beetje elke tiener behing de muren van zijn of haar kamertje met de posters van popsterren die in deze blaadjes waren te vinden. Ze smulden van sappige verhalen over en interviews met hun idolen, plozen hitlijsten na, schreven songteksten over en deden mee aan populariteitspolls en wedstrijden waarmee ze een ‘Echt te gekke hi-fi stereotoren' konden winnen. Welk blaadje verslond jij?
Foto: Hans van den Boogaard
Tuney Tunes
Dit was het eerste echte muziekblad van Nederland. Het werd in 1942 opgericht en uitgegeven door Jan van Haaren, een drukker uit Eindhoven en bestond tot 1966. Het eerste nummer bestond uit een klein boekje met alleen maar teksten van Amerikaanse songs die Jan zelf opschreef door naar muziek op de radio te luisteren. De prijs van het boekje stond in Franse francs op de cover. Dit om de Duitse bezetter om de tuin te leiden. Amerikaanse muziek was verboden, zeker als die door gekleurde muzikanten werd gemaakt. Jan was een zeer groot muziekliefhebber en wilde al in de jaren ’30 een muziekblad beginnen. Maar daar wilde zijn vader, ook drukker, niet aan. In totaal verscheen het blad tijdens de oorlog acht keer in een oplage van enkele honderden exemplaren. In 1966 verkocht Jan van Haaren het blad aan Paul Acket die het later omdoopte tot Popfoto.
Muziek Expres
Muziek Expres werd opgericht in 1956 en verscheen maandelijks tot 1989. Tot 1963 werd het blad in zwart-wit gedrukt, daarna gedeeltelijk ook in kleur. Tot halverwege de jaren ’70 was dit het grootse Nederlandse popblad met op het hoogtepunt maar liefst 375.000 gedrukte exemplaren per maand. In 1974 verkocht oprichter Paul Acket, ook actief als concertorganisator, het blad voor een miljoenenbedrag aan uitgeverij VNU. Van de opbrengst zette hij het North Sea Jazz Festival op. Door een aantal onsuccesvolle formulewijzigingen daalde de oplage van het blad snel. In 1989 werden er nog maar ruim 77.000 exemplaren gedrukt en besloot VNU de uitgave te staken. In december verscheen het 645ste en laatste nummer.
Muziek Parade
Verscheen tussen 1957 en 1985. Aanvankelijk was de naam van het blad ‘Music Flash’, maar na vier nummers werd de naam veranderd. Lag de nadruk in het begin vooral op jazz, als snel verzette het blad de koers om zo het tienerpubliek te bereiken. In de jaren zestig was Muziek Parade en geduchte concurrent van marktleider Muziek Expres. In 1962 werd Musik Parade, een Duitse versie, opgezet en korte tijd later verscheen onder de naam MP ook een Engelse editie. Muziek Parade afficheerde zichzelf dan ook als ‘Europa’s grootste tienerblad’. In de jaren ’70 zakte het imperium langzaam in. Het Engelse MP was geflopt en de Duitse editie werd overgedaan aan bladentycoon Bauer. In 1977 ging de Nederlandse formule in de verkoop. Die werd voor 87.500 gulden gekocht door Kees Mentink, een handelaar in kauwgom. Vanaf 1982 verscheen het blad nog maar zes keer per jaar en in 1985 ging het failliet.
Hitweek
Hitweek werd in 1965 als jongerentijdschrift gelanceerd door Willem de Ridder en Peter J. Muller, die ook de naam bedacht. In het eerste nummer staat ‘Hitweek heeft geen redactie, noch een hoofdredacteur. Dit is een krant die wagenwijd openstaat voor JOUW bijdragen’. Er was in het begin niet veel geld, beatgroepen en straatverkopers werden ingezet om het blad te verspreiden. Toch had Hitweek al snel vaste medewerkers als André van der Louw, Laurie Langenbach, Jan Donkers en Wim de Bie. In Hitweek werd veel geschreven over ‘Nederbiet’ groepen zoals The Motions, The Golden Earrings, The Outsiders en Q65. Het blad publiceerde ook regelmatig een zwarte lijst van scholen, bedrijven en horecagelegenheden waar tieners met lang haar niet welkom waren. In 1969 ging de formule van Hitweek op de schop en kreeg het blad de naam Aloha.
Aloha
Aloha bestond van april 1969 tot april 1974. Het verscheen tweewekelijks en had een grote nadruk op strips en grafische vormgeving. Veel jonge Nederlandse tekenaars zoals Aart Clerkx en Joost Swarte verzorgden de voorpagina. Naast artikelen over muziek publiceerde Aloha buitenlandse underground cartoons zoals die van Robert Crumb (o.a. ‘Fritz the Cat’). Een bijzondere uitgave van Aloha was de ‘Staatscourant der Oranje Vrijstaat’, het krantje van de Kabouters. In 1999 werd de naam Aloha opnieuw gebracht voor een maandelijks muziekblad. Het nam artikelen over van grote Engelse bladen zoals Q en Mojo. In 2005 ging dit blad op in muziekblad OOR.
In een volgend artikel behandelen we o.a. de muziekbladen Popfoto, OOR, Hitkrant en Teenbeat
Kijk hier naar een leuke video met pagina’s uit Hitweek: