menu

Ken je deze wandelsteden al?

Wandelen is de beste manier om een stad te bekijken. Je leert de historie kennen, maakt kennis met de lokale bevolking, ontdekt de plaatselijke keuken en snuift de cultuur op. Hier een viertal steden waar je dat allemaal kunt doen en waar je misschien nog niet bent geweest.

Ken je deze wandelsteden al? - Jongbelegen.nu

Kopenhagen

De Deense filosoof Kierkegaard schreef ooit: ‘Verlies vooral niet je verlangen om te lopen. Elke dag loop ik mezelf naar een staat van welzijn en loop ik weg van elke ziekte. Ik heb mezelf in mijn beste gedachten gewandeld en ik ken geen gedachte die zo belastend is dat men er niet van weg kan lopen.’ Zijn thuisstad, beroemd als een van de meest fietsvriendelijke steden ter wereld, is ook vriendelijk voor mensen die te voet op pad gaan. Begin een boekenwandeling op het Assistens kerkhof. De lokale bevolking komt hier om te ontspannen, te picknicken en te genieten van het weelderige gebladerte. Kierkegaard en de andere, nog beroemdere, schrijver van Kopenhagen, Hans Christian Andersen, liggen hier begraven. Achter de muren ligt de wijk Nørrebro, vol designerkledingwinkels en galeries, muurschilderingen en ambachtelijke bierverkooppunten. Van hieruit loop je naar het havengebied, onderweg passeert je de prachtige groene ruimte van de Koninklijke Bibliotheektuin en gaat je even binnen in de Koninklijke Bibliotheek, ook bekend als de Zwarte Diamant bibliotheek, die een geweldige collectie manuscripten tentoonstelt.  

Marseille

Deze oude Franse stad heeft het allemaal: de op zee gerichte Vieux-Port, de smalle, kronkelige straatjes van de wijk Le Panier, het weidse uitzicht vanaf de Basilique Notre-Dame de la Garde en de wijk Rue de la République, met zijn grootse gebouwen uit het midden van de 19e eeuw. Op drie huizenblokken van de haven ligt de marché Noailles, waar je verse producten kunt proeven, aan kruiden kunt ruiken op de dagelijkse marché des capucins en kunt genieten van muntthee of kebab, platbrood en couscous. Volg de rondgang naar het Mucem (Museum van Europese en Mediterrane Beschavingen), maar bekijk ook zeker enkele van de kleinere musea van de stad. In zijn essay ‘Hasjiesj in Marseille’ verhaalt filosoof Walter Benjamin over een avond ronddwalen in cafés na het nuttigen van de softdrug: ‘Ik begreep nu plotseling hoe ik een schilder kon zijn - was het niet gebeurd met Rembrandt en vele anderen? - Lelijkheid kon verschijnen als het ware reservoir van schoonheid, beter dan welke schatkist dan ook, een grillige berg met al het innerlijke goud van schoonheid glimmend uit de rimpels, blikken, gelaatstrekken.’ Het is niet erg waarschijnlijk dat je Marseille ook bijzonder lelijk zult vinden. Het is wel een wat rommelige stad en de vervallen wijken liggen tegen de meer welgestelde aan. Als je niet van hasjiesj houdt, dan is een glaasje pastis net zo goed geschikt om de hardere randen wat te verzachten.  

Triëst

De edele, vaak over het hoofd geziene, haven aan de Adriatische Zee is een perfecte stad om in te wandelen. Deels omdat het veel cafés heeft (sommige mooi, allemaal gezellig) die als pitstop kunnen dienen, maar ook omdat het zo'n prachtige zeedijk heeft. Een van de grotere cafés, het Caffè degli Specchi staat op het centrale plein, de Piazza Unità d'Italia. Dit is een natuurlijke plek om een zigzaggende wandeling te beginnen, langs het museum dat gewijd is aan de Ierse schrijver Joyce, de kunstcollectie en weelderige interieurs in het Museo Revoltella, de gracieuze Borgo Teresiano, genoemd naar de 18e-eeuwse Habsburgse heerseres Maria Theresa en het Caffè San Marco, een ruim boekhandel-café met een interieur in de Weense secessiestijl. Hier zijn meer dan 50 soorten koffie verkrijgbaar, aangezien Triëst lang het centrum van de koffiebonenimport is geweest. Vanuit het centrum is het een korte, steile wandeling omhoog naar Villa Opicina voor een uitzicht over de Golf van Triëst. Als je energie hebt voor meer wandelingen, kun je via een bebost grindpad van de Strada Napoleonica richting Prosecco lopen.  

Sevilla

Een manier om je wandeling hier vorm te geven is door een deel van de route te lopen waar de stad beroemd om is: de processie van de Heilige Week. De cofrades (religieuze broederschappen) met hun puntmutsen komen vanuit parochies uit de hele stad naar het centrum, maar worden allemaal in de laatste paar straten bijeengedreven. Van Calle Campana, naar Calle Sierpes, over Plaza de San Francisco, langs de Avenida de la Constitución, om te eindigen bij de kathedraal. Ernaast ligt het Real Alcázar, een complex van paleizen, vestingwerken, patio's, zwembaden en prachtige tuinen en olijfgaarden die in een keurig raster zijn aangelegd. Het complex is een ingewikkeld mengsel van mudéjar- en andere Europese bouwstijlen en werd in de 11e eeuw aangelegd toen Sevilla onder de heerschappij van de Arabische moslimdynastie Abbādid stond. Het werd vele malen verbouwd en aangepast om als christelijke koninklijke residentie te dienen. Steek de rivier over om Triana binnen te gaan voor contrast: deze wijk heeft banden met de gloriedagen van Sevilla als haven, de keramiekindustrie, flamenco kunstenaars en Roma mensen. Triana is het mooist vanaf de schemering, wanneer je een wijntje of een koud biertje kunt drinken aan de oever van de Calle Betis voordat je naar het binnenste van de wijk gaat op zoek naar tapas en flamenco.

 

 

oktober 2021
Wim van der Oest
Kan lezen en schrijven met woorden. Vier decennialang tekstschrijver en auteur. Enthousiast medeoprichter van Jongbelegen. Waarom? Omdat hij online maar bar weinig magazines kon vinden die niét tuttig en ouderwets zijn.

Goed stuk

Deel dit artikel: