menu

Portret: Thijs Nieuwmans. Een openhartig gesprek over zijn bipolaire stoornis

De bipolaire stoornis is een psychische stoornis die bij 2-4 % van de Nederlandse bevolking voorkomt. De stoornis wordt gekenmerkt door wisselende stemmingen, het ene moment extreem uitgelaten en actief, het andere moment depressief. De stoornis openbaart zich vaak voor het eerst tijdens of na de adolescentie, al kan ze zich ook op latere leeftijd openbaren. Dat was ook het geval bij Thijs Nieuwmans (1953). 
Jongbelegen ging een biertje drinken met Thijs, die ons op een heel openhartige manier inzicht gaf in hoe het bij hem allemaal zo kwam. 

Portret: Thijs Nieuwmans. Een openhartig gesprek over zijn bipolaire stoornis - Jongbelegen.nu

Foto: Marcel Krijger


JB: Hallo Thijs, wie ben je en wat doe je zoal? 
Thijs: Ik ben Thijs Nieuwmans, 66 jaar. Ik reis veel en doe leuke verbouwingen bij mensen die dat waarderen. Over een maand of vijf krijg ik voor het eerst AOW en dan wordt het weer lekker reizen, vooral naar Zuid-Amerika. Vroeger heb ik veel gereisd in Zuid Oost Azië. Fotografeerde ik veel, ook voor reisgidsen. Eigenlijk is dat een uit de hand gelopen hobby. Ik ben een paar jaar geleden ook begonnen met duiken en heb spullen voor onderwaterfotografie. En daar verkoop ik dan weleens wat van. Kom ik terug van mijn reis en heeft het lekker weinig gekost. Ik vind het leuk om te timmeren en dan vooral oude gebouwen restaureren, terugbrengen in de oude stijl, dat is een uitdaging. Zo vermaak ik me. 

JB: Wat maakt jou bijzonder? 
Thijs: Nou ja, bijzonder… Ik ben wel iemand die als hij denkt ‘Ik ga ervoor’ dat ook doet. Vroeger moest dan de onderste steen boven komen, maar door de jaren heen heb ik geleerd dat als die steen te zwaar is ik hem ook kan laten liggen. Dat zie ik nu niet meer als opgeven, maar gewoon als verstandig bezig zijn. 
Vroeger pakte ik alles aan. Was ik 20, 25 jaar en dacht ik ‘Ook raar dat er in deze studentenstad geen jazzcafé is’. Nou, een oud koffie- en theepakhuis gehuurd, de zaak vertimmerd en elf jaar een goedlopend jazzcafé gehad. Het leuke is dat het nu, na veertig jaar, nóg bestaat! 

JB: Wanneer kwam je er voor het eerst achter dat je een bipolaire stoornis hebt? 
Thijs: Ik had alles verkocht en ging twee jaar op reis. Toen ik terugkwam donderde ik in een gigantisch zwart gat en werd ik erg depressief. Ik snap nu dat ik toen twaalf, dertien jaar op topsnelheid had gedraaid en dat ik mezelf had overvraagd. Het is net als wanneer je een vuurpijl afsteekt en die alsmaar vast blijft houden. Op een zeker moment is het kruit op en dan dooft ie. 

JB: Kwam dat dan omdat je na al die activiteiten niks meer omhanden had?  
Thijs: Dat niet zozeer. Het komt meer omdat je als mens een vlechtwerk om je heen hebt en als dat vlechtwerk niet in een stevige basis steekt gaat het wankelen. Je bent maar doorgegaan en doorgegaan en de dingen waar je aandacht aan had moeten besteden heb je laten liggen. Langzaamaan ben ik toen weer op gang gekomen, heb een huis gekocht en ging grachtenpanden restaureren. Pas een paar jaar later ging het licht echt uit. 

JB: Wat gebeurde er toen? 
Thijs: Ik had een verbouwing aangenomen en was met de klus bezig. Iemand die aan de overkant woonde kwam elke ochtend om half elf een bakkie brengen en dan kletsten we wat. Op een zekere ochtend trof hij me aan als een zombie. Ik stond daar maar stil, er kwam niks meer uit. Hij meteen de politie gebeld en het enige dat ik nog weet is dat ik een paar uur, zonder veters en riem, in een politiecel heb gezeten omdat ze op zoek waren naar een plek voor me. En toen zat ik opeens in het Erasmus in Rotterdam. Ik had meteen na aankomst daar een zware kast voor de kamerdeur geschoven en die moesten ze met vier man openbreken. Tja, dan is het wel klaar natuurlijk. Eerst drie weken op de gesloten afdeling gezeten en daarna nog tien weken intern geweest. 

Portret: Thijs Nieuwmans. Een openhartig gesprek over zijn bipolaire stoornis - Jongbelegen.nu

Foto: Marcel Krijger


JB: Wist je zelf wat er aan de hand was met je? 

Thijs: Nee, totaal niet. Ik wist echt helemaal niks meer, was helemaal weg. Maar zelfmoordneigingen ofzo heb ik nooit gehad. Ik was gewoon uit, net als een lamp die je uitknipt. Op een bepaald moment ben ik heel veel gaan praten met de mensen van de vloer, het verplegend personeel, ook in de nacht urenlang zitten praten. Dat ging beter dan praten met de psycholoog. En die mensen zeiden ‘Thijs, je mist een stofje in je hersens en dat kan met medicijnen worden verholpen’. Ik zei: ‘Dat is goed, maar ik wil niet als een kasplant naar buiten. Platgespoten zijn, dat past niet bij me want ik heb te veel creativiteit en ideeën’. 

JB: Heeft wat er gebeurd is je ook iets positiefs gebracht? 
Thijs: Veel. Ik heb geleerd te zijn wie ik ben. Ik heb geleerd schaamte en barrières te accepteren. Ze echt overwinnen doe je toch nooit. Ik heb geleerd dat als je bij jezelf bent, er mensen zijn die dat zien. Mensen die op de een of andere manier óók hun weg zijn gegaan. Of dat nou door een bipolaire stoornis, totale gekte of een keurig strak geleefd leventje is gebeurd, dat maakt niet uit. 

JB: Wat zijn de dingen waar je echt last van hebt gehad?
Thijs: Het heeft me financieel een behoorlijke klap gegeven. Niet dat geld me veel interesseert, maar het is natuurlijk wel het smeermiddel van het leven.  En vriendschappen en relaties zijn erdoor beschadigd of weggevallen. Als je in zo’n periode van een enorme drive zit, dan zijn er mensen die daar geen zin in hebben en je laten vallen. Dat kan ik me trouwens goed voorstellen, maar ik vind het natuurlijk wel heel jammer...

JB: Wat is jouw advies aan mensen die hetzelfde meemaken? 
Thijs: Ga vooral het gesprek aan en luister goed. Kies je ervoor om met een psycholoog te praten, probeer dan iemand te vinden die niet na drie kwartier zegt ‘U heeft nog vijf minuten’. Blijf zo lang als het gaat weg van de medicijnen, als je platgaat leef je eigenlijk niet meer. Ik heb nu een heel lichte dosis en dat werk goed. Ik heb dat zelf aangestuurd door te zeggen ‘Dit kun je wel met me doen, maar dat niet’. 

JB: Waarom ben jij Jongbelegen? 
Thijs: Omdat ik nog niet naar Old Amsterdam smaak, haha! Omdat ik kan zijn wie ik ben, kan doen wat ik wil. Ik ben geen ouwe lul, maar ik weet dat ik 66 ben. Ik wil geen 40 zijn, ik ben wie ik ben. 

JB: Bedankt voor dit openhartige gesprek. Zit er nog een reisje in binnenkort? 
Thijs: Zeker! Drie maanden naar Mexico. Lekker rustig een beetje rondreizen, fotograferen, genieten. Vooral niks te veel doen!

januari 2020
Wim van der Oest
Kan lezen en schrijven met woorden. Vier decennialang tekstschrijver en auteur. Enthousiast medeoprichter van Jongbelegen. Waarom? Omdat hij online maar bar weinig magazines kon vinden die niét tuttig en ouderwets zijn.

Goed stuk

Deel dit artikel: