Meer weten over… Peter Frampton
In onze serie Meer weten over… nemen we vandaag Peter Frampton eens onder de loep. De meesten van ons zullen hem wel kennen van het nummer ‘Show me the way’, dat begon met dat merkwaardige geluid dat hij met de zogenaamde Talk Box kon voortbrengen. Maar de man, die deze maand zeventig is geworden, heeft veel en veel meer gedaan op muzikaal gebied.
Banjolele
Peter werd geboren in het Britse Beckenham in Kent. Hij bezocht de Bromley Technical High School, waar zijn vader les in kunst gaf. Niet alleen aan zijn zoon, maar ook aan David Bowie en George Underwood. Peter ontdekte de muziek niet via deze later zo beroemd geworden muzikanten, maar doordat hij op zevenjarige leeftijd op de zolder van zijn grootmoeder een ‘banjolele’ vond. Dit muziekinstrument met vier snaren is een kruising tussen een banjo en een ukelele. Hij leerde zichzelf spelen en stapte, toen dat aardig lukte, over op de gitaar en de piano. Toen hij acht jaar was begon hij lessen in klassieke muziek te nemen. De vroegste invloeden kwamen van The Shadows van Cliff Richard (en dan met name van gitarist Hank Marvin), Buddy Holly, Eddie Cochran, The Beatles en Jimi Hendrix. Zijn vader leerde hem kennismaken met de muziek van de Belgische zigeunergitarist Django Reinhardt.
Eerste bandjes
Toen Peter twaalf jaar oud was speelde hij in een bandje dat The Little Ravens heette. Tijdens schoolfeestjes speelden de band samen met de band van David Bowie, George and the Dragons. Tijdens lunchtijd speelden Bowie en hij af en toe samen nummers van Buddy Holly. Op zijn veertiende speelde Frampton in de band The Truebeats, gevolgd door The Preachers. Dit was het eerste echte werk, de band werd geproduceerd en gemanaged door Bill Wyman van de Rolling Stones. In 1966 werd hij de leadgitarist en zanger van The Herd. In de volgende jaren scoorde deze popband in de UK een drietal hits en werd Peter door het popblad Rave uitgeroepen tot ‘Het gezicht van 1968’.
Humble Pie
In 1969 vormde hij samen met Steve Marriott van de Small Faces de band Humble Pie, een van de eerste supergroepen van de jaren ’60. Naast spelen in Humble Pie deed Frampton ook mee aan opnamesessies van onder andere Harry Nilsson, Jerry Lee Lewis en John Entwistle van The Who. In die tijd leerde hij spelen met de Talk Box, een apparaat waarmee een gitarist het geluid dat uit zijn gitaar komt kan vervormen door in een plastic slang te spreken en te ademen. Dit geluid zou kenmerkend worden voor zijn werk.
Solo
Nadat Humble Pie vier studioalbums en een live album had gemaakt verliet Peter de band en ging solo in 1971. In het jaar daarna nam hij zijn eerste soloplaat op die ‘Winds of Change’ heette en waar Ringo Starr en Billy Preston aan meewerkten. Hierna volgden ‘Frampton’s Camel’ dat in New York werd opgenomen. Na ‘Somethin’s Happening’ volgde het album ‘Frampton’ dat de 32e plaats in de Amerikaanse charts behaalde. Al deze albums waren geen kassuccessen en Frampton toerde veel met verschillende muzikanten om zijn solocarrière overeind te houden.
Succes
Dat veranderde toen in 1976 het album ‘Frampton comes alive!’ verscheen. De van dit live album getrokken singles ‘Baby, I love your way’, ‘Do you feel like we do’ en vooral het eerder genoemde ‘Show me the way’ met het Talk Box begin waren regelrechte hits. Het album stond 97 weken lang in de Amerikaanse Billboard 200, waarvan 10 weken aan de top. Van ‘Frampton comes alive!’ werden maar liefst 8 miljoen exemplaren verkocht en de plaat werd zo het bestverkopende live album, dat 8 keer platinum werd. Als gevolg van dit succes verscheen hij op de cover van het blad Rolling Stone. Later zei hij dat hij daar spijt van had omdat de foto hem meer het imago van tieneridool dan dat van een serieuze muzikant had bezorgd.
Stiller
In 1978 verscheen Frampton samen met The Bee Gees in de film ‘Sgt. Pepper’s Lonely Hearts Club Band’. Hij speelde ook gitaar in de door Barry Gibb geschreven titelsong van de zeer succesvolle film ‘Grease’ met John Travolta en Olivia Newton John.
Hierna werd het wat stiller rond Peter Frampton. In 1987 speelde hij op het album ‘Never let me down’ van oud-schoolgenoot David Bowie en vergezelde hem op diens ‘Glass Spider Tour’. Hij benaderde zijn oude maat Steve Marriott voor een hernieuwde samenwerking. De chemie tussen de twee was er nog steeds en samen werkten zij aan materiaal voor een ‘Frampton-Marriott Tour’. Kort daarna overleed Steve Marriott als gevolg van een brand in zijn huis in Engeland.
In de jaren ’90 werkt Peter samen met o.a. Ringo Starr’s All-Star Band en Bill Wyman’s Rhythm Kings. In 2006 bracht hij het instrumentale album ‘Fingerprints’ uit, waarvoor hij een jaar later een Grammy Award ontving.
In december 2019 kondigde hij zijn afscheidstoer door de UK aan. Deze zou in mei van dit jaar plaatsvinden, maar is door de corona uitbraak afgezegd.
Kijk en luister hier nog eens naar ‘Show me the way’ met het zo kenmerkende geluid van de Talk Box: